Schuurkerk
Vanwege de reformatie werden katholieken gedwongen hun geloof minder openlijk te beleven. Daarom ontstond het verschijnsel schuurkerk, ergens op een achteraf plaats toch een kerk om je geloof te vieren.
In 1652 is sprake van een “Paepsche schuyr”. In de tijd van reformatie, opkomst van de protestanten, werd een katholiek ‘paap’ genoemd. De katholieken mochten niet in het openbaar hun godsdienst uitoefenen.
Na 1680 bestaan er plannen voor het bouwen van een nieuwe kerk. De gereformeerden hadden bezwaren tegen de plaats van de kerk, ‘in het beste van de vrijhijt’, het centrum van Etten. In welk jaar de bouw is voltooid is onbekend. In 1694 staan er op de loonlijst van een kerkmeester 3 timmerlieden, 1 metselaar, 1 dakdekker en 1 glasmaker. Dankzij de inspanningen van Justus de Nobelaer wordt de ingang naar de kerk zo onopvallend mogelijk aangelegd aan het Leursestraatje, nu Stationsstraat. Regelmatig ondergaat de kerk herstelwerkzaamheden en vernieuwingen. In 1789 verkeert, volgens pastoor Montens, de schuurkerk in een belabberde toestand. Hij hoopt dar er snel een nieuwe gebouwd kan worden. Al in 1790 geeft de Staten-Generaal toestemming en 1791 of 1792 vinden de eerste kerkdiensten plaats. In 1800 willen de protestanten de ‘oude kerk’, naast het gemeentehuis, teruggeven aan de katholieken, maar die zien dat niet zitten. De schuurkerk moet in 1873 het veld ruimen als bouwpastoor van Wees de eerste spade in de grond steekt voor het bouwen van een veel grotere stenen kerk, de Lambertuskerk.